Medische voeding
Medische voeding (voeding voor medisch gebruik) is speciaal samengestelde voeding, zoals drinkvoeding of sondevoeding, die door een diëtist of arts wordt geadviseerd om te gebruiken als onderdeel van de behandeling.
Medische voeding is nodig bij mensen die vanwege een bepaalde ziekte, voedselallergie, ondervoeding of een operatie niet meer op de normale manier voldoende voeding tot zich kunnen nemen. Het kan hierbij gaan om kwetsbare ouderen, volwassenen, baby’s en (jonge) kinderen met specifieke voedingsbehoeften.
Voeding voor medisch gebruik dient onder medisch toezicht te worden gebruikt en wordt voorgeschreven door de behandelend arts of diëtist als onderdeel van de medische begeleiding van de patiënt. Deze voorschrijvers zijn de deskundigen om te bepalen wat de beste voedingstherapie is voor een optimale begeleiding van de individuele patiënt.
VNFKD is van mening dat de patiënt toegang moet hebben tot de optimale individuele begeleiding.
Kosteneffectiviteit
Voor een aantal patiënten is medische voeding een essentieel onderdeel van de behandeling. Daarbij komt dat een optimale voedingstoestand het herstel van een patiënt kan bevorderen en daardoor zorgkosten reduceert, aldus het SEO Economisch Onderzoek die hier (o.a. in opdracht van VNFKD) onderzoeken naar heeft gedaan.
In medische standaarden en richtlijnen ligt vast voor welke patiënten een medische voeding is geïndiceerd. Op de website van de Kenniscentrum Ondervoeding vindt u een overzicht van enkele relevante richtlijnen.
Vergoeding medische voeding
Onder de naam dieetpreparaten kunnen medische voedingen op basis van specifieke indicaties vergoed worden vanuit de basiszorgverzekering. Het Ministerie van VWS bepaalt de voorwaarden voor vergoeding. Deze voorwaarden staan in artikel 2.5 (bijlage 2) van de Regeling Zorgverzekering.
Voor een aanvraag van vergoeding is een Verklaring Dieetpreparaten noodzakelijk. Deze wordt ingevuld door een arts of diëtist. De vergoeding van medische voedingen komt ten laste van het verplichte eigen risico.
Prestatie-indicator ondervoeding
Ondervoeding in basisset kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen
Vanwege de grote prevalentie en impact van ondervoeding heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) sinds 2007 in de basisset kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen ondervoeding opgenomen. Van 2007 tot 2013 was de prestatie-indicator screening op ondervoeding voor ziekenhuizen opgenomen, in 2008 is de prestatie-indicator uitgebreid met de behandeling van ondervoeding. Ook is in 2008 de groep kinderen toegevoegd aan de prestatie-indicator.
De inspectie vraagt vanaf 2013 niet meer apart de resultaten op van screening op ondervoeding bij volwassenen in de kliniek. Deze screening blijft natuurlijk wel noodzakelijk voor de verplichte aanlevering van de resultaten ten aanzien van de behandeling van ondervoeding. Ziekenhuizen wordt gevraagd welk percentage van de ondervoede patiënten op de vierde dag de eiwitbehoefte haalt (en voor kinderen ook de energiebehoefte).
In de basisset kwaliteitsindicatoren voor ziekenhuizen 2020 is ook de indicator 'screening op ondervoeding geriatrische patiënten' opgenomen. Deze indicator richt zich op geriatrische patiënten (kwetsbare ouderen) die voor het eerst op een poli of dagkliniek geriatrie gezien worden.
Aanvullende informatie over de prestatie indicatoren ondervoeding en de handleiding is te vinden op de website van de Stuurgroep Ondervoeding.