1. Ondervoeding bij ouderen is te beïnvloeden
Er is steeds meer bewijs dat ondervoeding een beïnvloedbare risicofactor is bij patiënten. Prof. Philip Schütz (Katonsspital Aarau, Zwitserland) besprak de uitkomsten van de EFFORT studie. Hieruit blijkt dat gerichte medische voeding helpt om de eiwit- en energie-inname te verhogen bij kwetsbare ouderen en dat heeft een positief effect op de klinische uitkomsten. Voedingsondersteuning verlaagde het risico op overlijden met 50% op de korte termijn (binnen 30 dagen na ziekenhuisopname). Het mortaliteitsrisico was ook op de lange termijn lager (6 maanden na ziekenhuisopname).
2. Ondervoeding op tijd herkennen en aanpakken
Proactieve, vroege screening en effectieve voedingsondersteuning kunnen ondervoeding bij ouderen voorkomen of verhelpen. Volgens prof. Schütz zijn de volgende stappen hierbij belangrijk:
- Screening op ondervoeding moet binnen 24-48 uur na ziekenhuisopname gedaan worden met behulp van een gevalideerd screeningsinstrument. De BMI is geen goede maat voor kans op ondervoeding; weinig eetlust en gewichtsverlies wel. Ook een handknijpkrachttest is een tool voor screening (beoordelen van spiermassa).
- De oorzaak van ondervoeding moet onderzocht worden. Denk aan ziekte, stofwisselingsstoornissen, depressie of medicijngebruik.
- Na het stellen van de diagnose moeten individuele voedingsdoelen worden gedefinieerd, waaronder behoefte aan energie, eiwitten en micronutriënten.
- Ondersteuning via orale voeding heeft altijd de voorkeur. Indien niet voldoende effectief, moet enterale voeding of parenterale voeding worden geïntroduceerd.
- De voedingszorg stopt niet bij ontslag uit het ziekenhuis maar moet gecontinueerd worden. Hierdoor vermindert het risico op heropname vanwege ondervoeding.
3. Voedingsmanagement in verzorgingshuizen is noodzakelijk
Met steeds meer senioren die in instellingen zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven, ligt de focus in verzorgingshuizen vaker op goede voeding en preventie van ondervoeding. Voedingsmanagement bij ouderen zou een gedeelde verantwoordelijkheid moeten zijn van het management van zorginstellingen en andere belanghebbenden. Marcel J.G. Smets van het European Aging Network (EAN) (Luxemburg) presenteerde nieuwe praktische richtlijnen voor voedingsmanagement op lange termijn in de ouderenzorg. De richtlijnen houden onder meer rekening met individuele voorkeuren van bewoners en benadrukken het belang van een ondersteunende omgeving.
4. Innovaties zijn nodig
Tot op heden zetten verzorgingshuizen medische voeding vooral in voor acuut herstel. De focus in de ouderenzorg ligt tegenwoordig echter meer op kwaliteit van leven en optimale voeding draagt daaraan bij. Volgens Markus Biedermann van FORUM99 (Zentrum für Esskultur im Alter, Zwitserland) is een food first-benadering altijd sterk aan te raden omdat (samen) eten nu eenmaal erg belangrijk is. Maar om aan de hogere behoeften van ouderen te voldoen, zijn voedingsmiddelen nodig die passen bij de voorkeuren van ouderen en een hoge voedingswaarde hebben. Volgens Biedermann roept de markt om innovaties die een leuke en positieve eetervaring bieden en die helpen om uitdagingen te overwinnen die vaak worden gezien bij ouderen, zoals dysfagie.
Geïnteresseerd in het bekijken van de volledige expertsessie? Geef u hier op.