Verlies van spiermassa en ondervoeding komen vaak voor, niet alleen bij ouderen maar ook bij acuut en chronisch zieken en niet alleen bij mensen met een lage BMI, maar in alle BMI-klasses. Op basis van recent beschikbare uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek presenteren de auteurs van dit artikel een toolkit die bestaat uit illustraties en wetenschappelijke informatie, die zorgprofessionals kunnen gebruiken voor het informeren over ondervoeding en spiermassaverlies. Dit met als doel om mensen bewust te maken van het feit dat ondervoeding een veelvoorkomend probleem is. Ook helpt de toolkit om ondervoeding in een vroeg stadium te onderkennen en daarbij op een juiste wijze actie te ondernemen. Dit sluit heel goed aan bij de “Week tegen ondervoeding” van 7 -11 november en de factsheets die het Kenniscentrum Ondervoeding heeft ontwikkeld.
Oorzaken en doelgroepen
In het artikel gaan de auteurs in op de oorzaken van spiermassaverlies bij ouderdom en ziekte, en zetten ze de verschillende groepen met risico op ondervoeding op een rij: ouderen, chronisch zieken en acuut zieken, met in het bijzonder patiënten die opgenomen zijn op een intensive care en mensen met een covid-19 infectie. Met name in deze laatste twee groepen kan er sprake zijn van extreem verlies aan spiermassa in korte tijd.
Screening
Er komen steeds meer methodes beschikbaar om mensen met ondervoeding en spiermassaverlies te identificeren. Naast screeningsvragenlijsten voor het inschatten van de voedingstoestand en mate van ondervoeding, kunnen er diverse metingen gedaan worden om de spiermassa te bepalen. In het artikel worden de verschillende methodes besproken en vergeleken wat betreft onder andere betrouwbaarheid, inzetbaarheid en kosten.
Voeding
Tot slot bespreken de auteurs de mogelijke voedingsinterventies om de spieropbouw te ondersteunen, katabolisme te verminderen en zo de resultaten voor patiënten te verbeteren. Het artikel gaat in op de rol van eiwitten en aminozuren, vertakte aminozuren, met een focus op leucine; b-hydroxy b-methylbutyraat (HMB), vitamine D; n-3 meervoudig onverzadigde vetzuren (n-3 PUFA), polyfenolen en orale voedingssupplementen. Men sluit af met aanbevelingen voor de klinische praktijk en een oproep tot actie.
Bron: Clinical Nutrtion
*Illustratie overgenomen van genoemde artikel in Clinical Nutrition