Vroege introductie ter preventie voedselallergie
De incidentie van voedselallergie is in de laatste decennia enorm toegenomen. Nieuwe richtlijnen ter preventie van voedselallergieën zijn niet gericht op het elimineren van allergenen maar juist op een vroegtijdige introductie. Zo heeft de LEAP-studie (Learning Early About Peanut allergy) aangetoond dat het vroeg (tussen de leeftijd van 4 en 6 maanden) introduceren van pinda en het daarna dagelijks blijven aanbieden, het risico op een pinda-allergie laat dalen. Veel minder is er bekend over de introductie van koemelk, omdat heel veel kinderen al vroeg in het leven gevoed worden met een zuigelingenvoeding op basis van koemelk. Dit kan een normale zuigelingenvoeding zijn met intacte koemelkeiwitten of een voeding op basis van gehydrolyseerde koemelkeiwitten.
Vroege introductie van koemelk
Uit diverse voornamelijk (retro)prospectieve studies besproken in deze review valt te concluderen dat het introduceren van koemelk voor de leeftijd van 1 maand beschermt tegen het ontwikkelen van koemelkallergie. Echter alleen als de koemelk vervolgens ook dagelijks gegeven wordt. Het risico van een koemelkallergie lijkt juist hoger als er sprake is van een eenmalige blootstelling in de eerste dagen van het leven, zoals in de praktijk wel gebeurt als de borstvoeding van jonge moeders wat moeizaam op gang komt.
Gehydrolyseerde zuigelingenvoeding
De auteurs van het artikel zien een rol voor zuigelingenvoeding op basis van gehydrolyseerde eiwitten. Deze voeding is volgens hen geïndiceerd in de eerste dagen van het leven voor baby’s waarvan de moeders volledige borstvoeding willen gaan geven, maar waarbij dat in de eerste dagen niet lukt. Als de baby’s worden bijgevoed met gewone zuigelingenvoeding en vervolgens een lange periode alleen maar borstvoeding krijgen, hebben ze juist een grotere kans op het ontwikkelen van een koemelkallergie. Volgens de onderzoekers staat het langdurig geven van een gehydrolyseerde zuigelingenvoeding ter discussie als methode om koemelkallergie te voorkomen.
Conclusie
De conclusie van het artikel is dat moedermelk vanaf de geboorte en een vroege introductie van koemelkeiwitten in de eerste maand met een dagelijkse blootstelling zonder dat dit de borstvoeding belemmert, de kans op het ontwikkelen van een koemelkallergie bij baby’s zou kunnen verkleinen. De introductie van koemelk moet dan niet gevolgd worden door periodes waarin het kind geen koemelk meer krijgt, omdat dat de kans op een koemelkallergie juist weer lijkt te vergroten. Meer observationeel en interventie onderzoek is nodig om deze conclusies te bevestigen.
Bron: Groningen Universiteit