Als Head of Market Access bij Nutricia/Danone houdt Sylvia Elzing zich vooral bezig met het zo goed mogelijk beschikbaar hebben en houden van hun medische voedingen voor patiënten. Medische voeding wordt ingezet als reguliere voeding niet volstaat of de inname daarvan niet mogelijk is. Dit gebeurt onder medisch toezicht. Denk daarbij vooral aan sondevoedingen en drinkvoedingen bij ziektegerelateerde ondervoeding of bij specifieke diëten. Elzing: ‘Ik ben in voortdurend overleg met andere partijen om toegankelijkheid van medische voeding binnen ons zorgsysteem zo optimaal mogelijk te houden. Dus zorgen dat er voor patiënten die medische voeding nodig hebben geen hordes zijn om medische voeding te gebruiken.’
Sylvia maakt al ruim 5 jaar deel uit van de VNFKD-werkgroep medische voeding waarvan ze ook voorzitter is. De werkgroep bestaat uit 7 leden en is daarmee de kleinste werkgroep binnen de VNFKD. ‘Dit betekent dat we elkaar goed kennen en dat de lijnen kort zijn. We komen ongeveer 6 keer per jaar bij elkaar en soms ad hoc. We hebben altijd wel stevige thema’s om over te overleggen. Maar de beperkte groepsgrootte maakt ons heel slagvaardig en het is daarnaast ook heel gezellig. We zijn de eerste werkgroep die een niet-werk gerelateerd uitje heeft georganiseerd. Andere werkgroepen nemen dat nu van ons over.’
De belangrijkste rol van de werkgroep medische voeding is volgens Elzing een gesprekspartner zijn voor externe stakeholders ‘We verstrekken kennis over de categorie medische voeding, leggen uit wat de toegevoegde waarde is en wat de rol van medische voeding is binnen de gezondheidszorg. Medische voeding – in de zorgverzekeringswet dieetpreparaten genoemd – komt voor vergoeding in aanmerking als een patiënt aan een van de vijf gestelde indicaties voldoet. Je kunt hierbij denken aan (risico op) ziektegerelateerde ondervoeding of een stofwisselingsstoornis.’ De VNFKD vertegenwoordigt de branche en is daarmee een objectievere partij om het gesprek aan te gaan met stakeholders dan een fabrikant alleen. Elzing: ‘Zo hebben we als werkgroep contact met het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut Nederland. Maar ook Kamerleden zijn belangrijke stakeholders. Om hen goed te informeren over het belang van de rol van medische voeding in de gezondheidszorg organiseren we onder andere werkbezoeken. Deze vinden dan plaats bij een van de leden van de VNFKD. Het is mooi om onze stakeholders mee te nemen in wat er komt kijken bij het ontwikkelen en produceren van medische voeding en hoeveel research daaraan voorafgaat. Dat we dit als bedrijven samen kunnen doen, is waardevol. Op deze manier kunnen wij het bewustzijn vergroten over de bijdrage die onze producten leveren aan de gezondheidszorg.’
De Werkgroep medische voeding werkt ook vaak samen met de VNFKD-werkgroep wetgeving. Vooral als het gaat om medische- en gezondheidsclaims. ‘We monitoren de claims die er gebruikt worden bij medische voeding en spreken elkaar als leden erop aan als iemand zich niet aan de regels houdt. Daarnaast kunnen we gezamenlijk bedrijven die geen lid zijn van de VNFKD aanspreken. Dat levert interessante discussies op.’
Op de vraag waarmee de werkgroep zich op dit moment vooral bezighoudt antwoordt Elzing: ‘Dat hangt samen met onze belangrijkste rol; het belang van medische voeding benadrukken. Er zijn altijd aandachtspunten. De druk op de kosten in de gezondheidszorg neemt toe, dus ook de druk op de kosten voor medische voeding. Tegelijkertijd wordt alles duurder, ook de productie van medische voedingen.
Samen met verschillende partijen in de markt probeert VNFKD het belang van de juiste voeding in de zorg op de kaart te zetten. Medische voeding heeft klinisch bewezen positieve effecten in het herstel van patiënten. Verschillende wetenschappelijke studies laten zien dat de inzet van medische voeding in de totale dieetbehandeling van patiënten met ondervoeding leidt tot kostenbesparingen. Voor de VNFKD-werkgroep medische voeding is het belangrijk aan te tonen dat medische voeding kosteneffectief is. Enkele jaren geleden heeft de VNFKD een health economics onderzoek laten uitvoeren dat aantoonde dat iedere euro die gestoken wordt in de behandeling van ondervoeding €1,90 – €4,20 oplevert (redactie: SEO Economisch onderzoek, Ondervoeding onderschat, 2014). Momenteel werken we aan een update van dit onderzoek. Op dat soort feiten moeten we meer gaan inzetten!’
