Monique Mellema werkt binnen de voedingstak van het bedrijf Reckitt. Mellema vertelt: ‘Reckitt is een groot bedrijf met zo’n 42.000 medewerkers wereldwijd. Bekender dan de naam Reckitt zijn de merken die onder deze multinational vallen: denk aan Dettol, Durex, Strepsils en Vanish. Ongeveer 5 jaar geleden kwam Mead Johnson ook onder de paraplu van Reckitt. Reckitt wil een totaalpakket bieden in het ondersteunen van families in primaire levensbehoeften op het gebied van hygiëne en voeding. De producten van Mead Johnson sluiten daar heel goed bij aan. Mead Johnson is namelijk een producent van (medische) zuigelingen- en kindervoedingen. In Nederland zijn met name specialistische medische voedingen van Mead Johnson Nutrition te koop zoals voedingen voor kinderen met een koemelkallergie of een absorptiestoornis. Deze medische voedingen worden voorgeschreven door een arts of diëtist, zijn alleen verkrijgbaar in de apotheek en via facilitaire bedrijven en worden vergoed door ziektekostenverzekeraars.’
Innovaties gaan door
Mead Johnson is een Amerikaans bedrijf dat ontstaan is uit het familiebedrijf van de broers Johnson. Al sinds 1910 produceert het voedingen voor baby’s en jonge kinderen en het was daarmee de eerste Amerikaanse firma die voedingen maakte voor baby’s die geen moedermelk konden krijgen. Mellema: ‘Mead Johnson is ondertussen dus alweer meer dan een eeuw oud en in die tijd hebben de zuigelingen- en kindervoedingen natuurlijk wereldwijd grote ontwikkelingen door gemaakt qua samenstelling. Het is een constant proces van innovaties en veranderingen en dat maakt het zo mooi voor zo’n bedrijf te werken. Denk aan DHA (docosahexaeenzuur) in zuigelingenvoedingen: tegenwoordig is dat een verplichte toevoeging. Mead Johnson had dit meer dan 20 jaar geleden al op de agenda staan, en is een van de pioniers geweest op dit gebied. Pas in 2016 is het wettelijk vastgelegd dat zuigelingenvoedingen DHA moesten gaan bevatten. Je ziet hieraan dat het altijd een lang en ingewikkeld maar ook zorgvuldig proces is als er innovaties zijn.’ Het interessante aan haar werk vindt Mellema dat innovaties altijd maar doorgaan. ‘Neem nu alle kennis die er steeds meer beschikbaar komt over het belang van HMOs (Human Milk oligosaccharides, red.) en over hoe die toegepast kunnen worden in zuigelingenvoeding. Of een ander hot-item in deze tijd: meer plantaardige eiwitbronnen als basis van zuigelingenvoeding. Dit gebeurt vanuit een duurzaamheidsgedachte maar ook omdat er duidelijk een vraag is naar meer plantaardig voeden van kinderen.’
Voedselveiligheid voorop
Mellema houdt zich dagelijks vooral bezig met de voedselveiligheid van de producten van Reckitt. ‘Veiligheid staat natuurlijk bij voedselproducten altijd hoog in het vaandel maar als het om producten voor baby’s en kleine kinderen gaat helemaal. De eisen zijn enorm hoog en dat is goed. Ook zijn er regelmatig aangescherpte eisen of andere inzichten vanuit de Europese of landelijke wetgeving. Dan moeten we kijken hoe dat haalbaar is binnen onze producten.’
VNFKD Werkgroep Voedselveiligheid
Haar kennis op het gebeid van voedselveiligheid zet Mellema ook in voor de branchevereniging. Ze is voorzitter van de werkgroep Voedselveiligheid van de VNFKD. ‘Het is voor ons al bedrijf belangrijk aangesloten te zijn bij een branchevereniging omdat we samen kunnen optrekken. Het is goed om een gezamenlijke stem te laten horen in Brussel en in Nederland. Dat heeft toch meer effect dan van een bedrijf alleen. Als voorzitter van de werkgroep Voedselveiligheid overleg ik op landelijk en Europees niveau met beleidsmakers. Dat kan bijvoorbeeld gaan over strengere normen voor voedselcontaminanten of voor verpakkingsmateriaal.’ Om baby’s te beschermen tegen voedselcontaminanten stelt de EU maximumeisen aan het gehalte van deze stoffen. Deze limieten zijn veel strenger dan de limieten voor voeding voor algemene consumptie. Om deze strikte maximumwaarden na te leven, moeten fabrikanten van zuigelingen- en babyvoeding hun ingrediënten zorgvuldig selecteren en strenge controles uitvoeren. Mellema: ‘Soms is het de vraag of het wel haalbaar is wat er geëist wordt en overleggen we hoe we er als branche naar toe kunnen werken. Een mooi voorbeeld is dat in 2020 de norm voor het vitamine D-gehalte van zuigelingenvoeding binnen een hele strikte smalle marge moet zitten. Die smalle marge maakt het in de praktijk lastig om precies op te sturen. Bovendien zit in de analyses altijd een meetonzekerheid. Het vergt dus wel wat onderling overleg tussen ons en degene die de eisen stellen, om tot wederzijds begrip te komen.’
Complexe producten
Mellema concludeert: ‘Zuigelingenvoedingen en specifieke kindervoedingen zijn complexe producten met vele ingrediënten. Met zijn allen willen we dat er zo goed mogelijke producten op de markt komen, dus veiligheidseisen zijn belangrijk, maar het moet voor de producenten wel werkbaar zijn. Daar maken we ons binnen de VNFKD dus ook hard voor.’