Ausnutria heeft een geschiedenis van ruim 125 jaar. De thuisbasis ligt in Nederland. Hier zijn het hoofdkantoor en de vijf productielocaties gevestigd. CEO Jeroen Kiers: ‘In Ommen staat de oudste fabriek van onze groep, genaamd De Vechtstreek. Deze is in 1897 opgericht en was destijds één van de eerste zuivelfabrieken op stoom. Onze fabriek in Kampen kwam er in 1903 bij en in 1912 werd de basis gelegd voor onze fabriek in Leeuwarden. We maakten lang melkpoeder voor anderen. In 2008 namen we Kabrita en CBM over. Vanaf dat moment beschikken we ook over een eigen netwerk aan leveranciers van geitenmelk.’ Mijlpaal in de geschiedenis is ook dat Ausnutria in 2015 Neolac Biologisch introduceert, haar nieuwe merk biologische kindervoeding op basis van koemelk.
Relaties zijn belangrijk voor duurzaamheid volgens Kiers. Hij noemt de langdurige contracten die Ausnutria heeft met de leveranciers van geitenmelk. ‘Alle boeren in ons netwerk hebben hun eigen bedrijf; ze vormen geen coöperatie. We weten wat we aan elkaar hebben en samen houden we de kwaliteit van de melk hoog. Ook zijn we verzekerd van voldoende melk. Duurzame relaties dus. Maar ook op andere vlakken werken we aan duurzaamheid. In Heerenveen hebben we bijvoorbeeld een gloednieuwe gasloze fabriek gebouwd. We zijn de eerste zuivelfabriek van deze omvang in de wereld, voor zover ik weet, die volledig op elektriciteit werkt en nul CO2- en stikstofuitstoot heeft. De fabrikant van de blikken waar de melkpoeder in verpakt wordt, is mooi geïntegreerd en staat op onze grond. Via een luchtbrug komen de blikken onze fabriek in. Alleen de melk moet nog kriskras door Nederland opgehaald worden, maar die route wordt zo uitgekiend dat er zo min mogelijk kilometers worden gereden.
Melk die via boeren binnenkomt, wordt eerst ontroomd. Kiers: ‘Dat doen we omdat de vetsamenstelling daarna aangepast wordt aan de voedingsbehoefte van zuigelingen en moet voldoen aan eisen zoals vastgelegd in de wetgeving. De melk wordt dan gepasteuriseerd en ingedampt zodat een hoog-geconcentreerd product ontstaat dat vooral bestaat uit eiwit, lactose en mineralen. Daarna voegen we componenten toe die nodig zijn in flesvoeding als wei-eiwit, onverzadigde vetzuren, GOS en FOS. Hoe we dit doen en wat we toevoegen is wettelijk bepaald en hebben we grotendeels in eigen huis uitgedacht of ontwikkeld. Hierna drogen we het product in de sproeidroger en verpakken we het tot halffabricaat. In de verpakkingsfabriek in Leeuwarden mengen we de laatste vitamines en mineralen erdoor en bijvoorbeeld ook probiotica. Zulke hittegevoelige ingrediënten kunnen niet in de sproeidroger.’ Ausnutria produceert niet alleen voor de eigen merken en ook niet alleen voor de Nederlandse markt. ‘We zijn gebonden aan klant specifieke eisen en lokale wetgeving. We moeten aan die lokale vereisten voldoen’
Of de flesvoeding op basis van geitenmelk naar “geit” smaakt? ‘Nieuwe werknemers krijgen bij ons altijd een introductiebijeenkomst waar ze collega’s en het bedrijf leren kennen’, vertelt Kiers. ‘En we brengen een bezoek aan een geitenboerderij. Ook een “Pepsi-test” staat op het programma. We laten nieuwe werknemers Neolac en Kabrita proeven; Neolac is biologische flesvoeding op basis van koemelk en Kabrita is flesvoeding op basis van geitenmelk. Meestal heeft de helft van de groep het verkeerd als we ze vragen welke flesvoeding Kabrita is. Ook ik had het fout toen ik hier kwam werken. Je proeft het niet. Je kunt overigens wel zien welke flesvoeding gemaakt is van geitenmelk. Geitenmelk bevat van nature namelijk geen bètacaroteen en is dus witter van kleur.’
Volgens Kiers is produceren van kindervoeding topsport: ‘Je maakt producten voor een hele complexe, moeilijke, belangrijke en gevoelige doelgroep. Maar ik heb wel het gevoel dat we middenin de wedstrijd staan en goed met de dynamiek omgaan die met het produceren van zo’n hoogstaand product samenhangt. Dat komt wellicht ook doordat we een Noord-Nederlands bedrijf zijn. We hebben een ondernemende cultuur, willen dingen voor elkaar krijgen, we hebben intern weinig schijven waar iets over moet voor een akkoord; en de lijnen zijn hier kort.’
Omdat het produceren van kindervoeding topsport is, is aansluiting bij de VNFKD een slimme zet. ‘Het is belangrijk dat je als branche samen optrekt’, vindt Kiers. ‘We hebben allemaal te maken met dezelfde wet- en regelgeving. Samen sta je sterk en kun je meer verschil maken. We verkrijgen zo ook sneller informatie; dat is een groot voordeel van een netwerk. Het is echt wel lastig om alle veranderende wetgeving bij te houden, maar in goede sfeer kun je best met elkaar overleggen, eens polsen wat een andere producent bijvoorbeeld bij een bijeenkomst of congres al aan informatie meegekregen heeft. En we houden elkaar ook scherp.’
