Ellen de Ree is sinds 1 mei 2023 voorzitter van de VNFKD werkgroep Voedselveiligheid. Deze werkgroep houdt zich bezig met de voedselveiligheid van alle producten die onder de scope van de VNFKD vallen, dus van alle zuigelingen- en kindervoedingen, medische voedingen en gewichtsbeheersingsvoedingsmiddelen. De Ree is levensmiddelentechnoloog en heeft uitgebreide ervaring op het gebied van voedselveiligheid. Ze heeft 25 jaar bij Nutricia gewerkt en zich daar bezighouden met de voedselveiligheid en kwaliteit van zuigelingenvoeding. Nu is ze werkzaam bij Friesland Campina, en weer op het gebied van voedselveiligheid. De werkgroep Voedselveiligheid bestaat uit 13 leden en komt een aantal keer per jaar bij elkaar.
Op de vraag wat de werkgroep precies doet, begint De Ree enthousiast te vertellen over de issues waarmee de leden te maken krijgen. ‘We houden de ontwikkelingen bij op het gebied van voedselveiligheid, en dan vooral de ontwikkelingen die onze productcategorie kunnen raken. Aan de ene kant gaat dat over de microbiologische kwaliteit van voedingsmiddelen en ingrediënten. Denk aan salmonella-uitbraken of contaminatie met de cronobacter bacterie. Maar nu is er juist veel gaande over chemische contaminanten zoals minerale oliën. Als werkgroep willen we precies snappen waar het over gaat – het is immers vaak erg ingewikkeld. En we willen vervolgens weten hoe dit onze leden of de leveranciers van onze leden kan raken. Waar komt de contaminatie vandaan, zit het mogelijk in onze producten? Hoe meten we het, welke analyses moeten er gedaan worden en hoe kunnen we een potentiële contaminatie aanpakken? Ook willen we de veiligheidsbeoordeling op de voet volgen. Wordt er wetgeving op gemaakt en welke limieten worden er dan gesteld? Je kunt als industrie niet pas in actie komen als er wetgeving komt, dan loop je achter de feiten aan. Je moet erop voorbereid zijn.’
Als concrete voorbeelden noemt De Ree de actuele dossiers over minerale oliën en PFAS. Minerale oliën kunnen in gezuiverde vorm aan voedsel worden toegevoegd of er als verontreinigen in terecht komen. In 2012 meldde de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) dat de inname van minerale oliën via voedsel mogelijk zorgwekkend is. ‘Dat is belangrijke informatie voor onze industrie en we willen dan weten wat er speelt. Zo weten we nu dat er nog een EFSA-opinie aankomt over minerale oliën. De Europese commissie gaat waarschijnlijk wetgeving maken op basis van die opinie. Als industrie hebben we hard gewerkt om voorbereid te zijn. Dat wil zeggen dat we minerale oliën kunnen meten, weten of het in onze producten zit en zo ja hoe we het kunnen verminderen of voorkomen.’ Een ander actueel dossier dat de aandacht heeft van de werkgroep is PFAS. De Ree: ‘Het houdt de gemoederen aardig bezig. De moeilijkheid hier is dat er niet één aanwijsbare veroorzaker van de contaminatie is, omdat PFAS in ons milieu zit. Het kan dus op verschillende manieren in levensmiddelen terechtkomen. We bestuderen nu het ontwikkelen van analysemethoden, de beoordelingen van de veiligheid, de mogelijke limieten, de wetgeving en natuurlijk methodes om PFAS uit levensmiddelen of ingrediënten te verwijderen.’
De Ree legt uit dat de VNFKD werkgroep Voedselveiligheid ook op regelmatige basis overleg heeft met beleidsmakers op landelijk en Europees niveau over alle ontwikkelingen rond voedselveiligheid. ‘We zitten aan tafel bij het ministerie van VWS, bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit -NVWA- en dé controle-organisatie voor zuivel: het Controle Orgaan KwaliteitsZaken – COKZ. Op Europees niveau zijn we vertegenwoordigd in SNE, wat staat voor Specialised Nutrition Europe. Dat is een soort Europese VNFKD. Via SNE hebben we bijvoorbeeld overleg met Europese instellingen ’
Het valt De Ree op dat tegenwoordig de ontwikkelingen veel sneller gaan dan pakweg 10 jaar geleden. ‘Men is sneller in het ontwikkelen van analysemethodes, in het maken van wetgeving en het stellen van limieten. Natuurlijk is het lastig dat je als industrie je steeds weer en sneller moet aanpassen, maar ik vind het een goede zaak dat we er op deze manier voor zorgen dat onze producten veilig zijn. Voeger mopperden we wel eens dat het allemaal veel te langzaam ging. Nu moet je als industrie veel sneller schakelen. En dat is ook goed, want onze producten zijn voor kwetsbare groepen.’ De Ree werkt nu al 30 jaar in de branche en eigenlijk is er altijd wel iets aan de hand concludeert ze. ‘Gek genoeg zie ik dat als iets positiefs, want met elke stap die we maken wordt voedsel veiliger. Er is veel meer kennis en bewustzijn over stoffen waarvan we aan het begin van mijn carrière niet eens wisten dat ze bestonden en dat ze mogelijk schadelijk zouden kunnen zijn. We worden steeds beter in meten en we weten steeds beter hoe we contaminatie kunnen voorkomen. Alles voor de veiligheid, je wilt immers geen compromissen!’
