Christine Lodder neemt afscheid van het VNFKD-bestuur omdat ze sinds kort niet meer werkzaam is binnen de babyvoeding. Ze was directeur Kwaliteit en Wetgeving bij Friesland-Campina. Lodder: ‘Ik werk al sinds 2008 in de babyvoeding, bij verschillende bedrijven. Het was voor mij dus heel logisch om in 2021 in het bestuur te gaan van de VNFKD toen ik ervoor gevraagd werd. Ik was in die rol ook sponsor van de VNFKD-werkgroep Voedselveiligheid, vooral vanuit mijn achtergrond en ervaring in voedselveiligheid en kwaliteit. Maar nu ik het stokje overdraag binnen Friesland-Campina is het niet meer gepast om in het bestuur van de VNFKD te zitten.’
Bijdragen
Lodder vervolgt: ‘Behalve omdat ik bestuurservaring op wilde doen, ben ik in het bestuur gegaan omdat ik wilde bijdragen aan het sterk positioneren van onze branche op de internationale babyvoedingsmarkt. Nederland onderscheidt zich in babyvoeding echt van andere landen. Vanuit een brancheorganisatie ben je in de gelegenheid goed op de hoogte te zijn van alle samenwerkingsverbanden die er zijn en van de nieuwe regels die in de maak zijn in Europa en daarbuiten. Het gaat over wetgeving in verschillende landen waaraan voedingen moeten voldoen, maar denk ook aan beleid van de Wereld Gezondheidsorganisatie. Wat is de impact daarvan op bedrijven en hoe kunnen we daarop inspelen? En hoe kunnen we wereldwijd als Nederlandse bedrijven onze goede concurrentiepositie behouden? Daar wilde ik aan bijdragen.’
De VNFKD als gesprekspartner
Vertegenwoordigers van de verschillende aangesloten leden vormen het bestuur en de werkgroepen van de VNFKD. Juist die mix van mensen van verschillende bedrijven maakt het leuk en interessant zegt Lodder. ‘Je bent wel concurrenten van elkaar maar je hebt ook gezamenlijke doelen. Bijvoorbeeld op het gebied van voedselveiligheid of wetgeving. En allemaal krijgen we te maken met regels rond marketing en reclame. Het is goed daar samen standpunten in te bepalen om vervolgens gezamenlijk op te kunnen treden naar andere partijen toe. Dat is ook voor die andere partijen prettiger. Het is echt handiger als een brancheorganisatie overlegt met bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit dan dat elk bedrijf dat afzonderlijk moet doen over dezelfde onderwerpen. Het is niet alleen efficiënter, het is ook prettig om als branchegenoten te sparren over wat ons bezighoudt.’
Strategische doelen
Vlak voor Lodder in het bestuur kwam had de VNFKD haar missie geformuleerd: “VNFKD is een betrouwbare brancheorganisatie voor de producenten van bijzondere voedingen en creëert een optimaal ondernemingsklimaat voor haar leden.” Lodder: ‘Tijdens mijn tijd in het bestuur heb ik bijgedragen aan het verder uitwerken van deze missie in strategische kerndoelen. Deze komen neer op meer kennis uitwisselen en kennis delen, zorgen voor een goed imago en goede reputatie van de VNFKD, effectief stakeholdermanagement, en tot slot de vereniging vitaal houden. Zo is er voor de kennisdeling een ledenportaal ontwikkeld, waardoor alle leden nu makkelijk toegang hebben tot informatiebronnen. Vooral voor kleinere leden is dat heel waardevol. Hierin staan alle dossiers, relevante informatie uit de werkgroepen en workshops die er binnen de VNFKD geweest zijn. Zo organiseert de VNFKD bijvoorbeeld regelmatig workshops met de Keuringsraad KOAG KAG over een goed gebruik van de VNFKD reclamecode (opvolg)zuigelingenvoeding. Om wat meer te weten te komen over het imago van de VNFKD is er een enquête uitgevoerd onder de leden. Van alle 27 aangesloten leden hebben er 26 gereageerd. Een goede score. Hieruit bleek dat 90% zich echt vertegenwoordigd voelt door de VNFKD en 80% is tevreden over wat de VNFKD doet. Vooral het punt van kennis delen wordt erg gewaardeerd door de leden.’
De werkgroepen
Lodder noemt de werkgroepen binnen de VNFKD de motor van de vereniging. ‘Binnen de werkgroepen is er veel energie om zaken op te pakken. Natuurlijk is het van belang dat er in elke werkgroep een actieve kerngroep is. Zo brengen de werkgroepen de leden op een positieve manier verder. Er zijn ook altijd wel onderwerpen die spelen; veranderende wetgeving, exporteisen uit het buitenland die aangescherpt worden of maatschappelijke ontwikkelingen zoals de opkomst van sociale media en influencers. Hoe ga je daar mee om?’ Om de vereniging vitaal te houden is het volgens Lodder wel nodig niet alleen inhoudelijk naar de werkgroepen te kijken maar ook de onderlinge verhoudingen en sociale binding te versterken. ‘De coronaperiode heeft ons laten zien dat het nodig is elkaar echt te zien en niet alleen even in te bellen voor een vergadering.’
Terugblik
Als Lodder terugkijkt op de periode in het bestuur concludeert ze: ‘Ik vond het leuk en heb de periode als heel positief ervaren. Iedereen is erg betrokken en inhoudelijk met actuele thema’s bezig. Er zit veel enthousiasme in de club en dat maakt het leuk. De VNFKD is echt door en voor leden. Door het samen te doen en door te blijven investeren sta je sterk zowel in Nederland maar ook naar het buitenland toe.’