De verschillen in darmmicrobiota en het mogelijke verband met de darmontwikkeling zijn in kaart gebracht door promovendus Jannie Henderickx. Ze promoveert 25 maart 2022 op haar onderzoek. Er is volgens Henderickx nog maar weinig onderzoek gedaan naar voeding en darmontwikkeling van prematuren, terwijl daar waarschijnlijk wel een probleem ligt. De darm komt namelijk na de vroeggeboorte in contact met bacteriën in een stadium waarin dat normaal gesproken nog niet gebeurt.
Een op de tien kinderen komt te vroeg of als prematuur ter wereld. Dat betekent dat er jaarlijks wereldwijd zo’n vijftien miljoen kinderen worden geboren vóór 37 weken zwangerschap. De darmbarrière – de beschermlaag tussen darminhoud en de rest van het lichaam – is bij vroeggeboorte nog zwak. Daardoor kan de afweer tegen ziektes zwakker zijn. Dit kan bijdragen aan sepsis (bloedvergiftiging) en necrotiserende enterocolitis (sterfte van het darmweefsel), de meest voorkomende ziektes bij prematuren.
In het onderzoek is gekeken naar de samenstelling van de feces en de maaginhoud van te vroeg geboren en op tijd geboren baby’s. Sommige eiwitten zijn kenmerkend voor ontwikkelingsstadia van de darm. Zo bleek het eiwit mucine-5AC, minder aanwezig bij prematuren. Die eiwitten zouden een rol kunnen spelen in de opbouw van de beschermlaag in het maagdarmkanaal. Ook blijkt uit het onderzoek dat te vroeg geboren kinderen minder enzymen hebben om moedermelk af te breken dan op tijd geboren baby’s. Hierdoor kunnen ze de voedingsstoffen uit de (borst)voeding minder goed benutten. Verder lijken de microbiota van te vroeg en op tijd geboren kinderen sterk van elkaar te verschillen. De microbiota van borstgevoede op tijd en vaginaal geboren baby’s worden als standaard beschouwd en zijn gunstig om borstvoeding te verteren. In deze microbiota zijn Bifidobacteriën ruim vertegenwoordigd.
Prematuren die moedermelk drinken, hebben meer Bifidobacteriën in de darmmicrobiota dan prematuren die flesvoeding krijgen. Bifidobacteriën zijn waarschijnlijk gunstig voor de babydarm. Henderickx ontdekte dat ze samenhangen met een hoger lichaamsgewicht, maar wel minder aanwezig zijn in de darm van vroeggeboren kinderen in vergelijking met à term geboren kinderen. Een hoger gewicht bij prematuren is vaak een teken van goede gezondheid. Bifidobacteriën zetten bepaalde oligosacchariden uit de borstvoeding om in korteketenvetzuren, die weer voedsel zijn voor andere goede bacteriën die de darmwandcellen versterken en zorgen voor een gezondere darm.
In vervolgonderzoek in het Amsterdam UMC en Isala Kinderziekenhuis in Zwolle wordt de vertering van borstvoeding door het maagdarmstelsel gevolgd bij zowel prematuren als à terme geboren zuigelingen. Dit moet het veronderstelde verband tussen de eiwitten, Bifidobacteriën en darmgezondheid bevestigen.
