‘Wij geven mensen een voorschotje op hun geluk,’ zegt Van Delft van het oorspronkelijk Engelse bedrijf dat gespecialiseerd is in gewichtsbeheersingsmiddelen. Maaltijdvervangers worden volgens Van Delft steeds belangrijker om mensen uiteindelijk naar goede voeding en een gezonde leefstijl te krijgen. ‘En omdat uit onderzoek blijkt dat snel of langzaam afvallen niet uitmaakt, is die eerste zet in de rug – een voorschotje op geluk – heel prettig.’ Maaltijdvervangers zijn niet iets alleen van de laatste decennia. Cambridge Weight Plan ontstond al in de jaren ’60. Van Delft legt uit: ‘In die jaren deed de Britse wetenschapper Dr. Alan Howard onderzoek naar de voeding van astronauten tijdens een ruimtevlucht. Hij ging ervan uit dat dit soort “formula food” breder inzetbaar was en onderzocht de mogelijkheden om het in te zetten als dieetvoeding. Het uitgangspunt was een Very Low Calorie Diet (VLCD), waarbij het lichaam overgaat op vetzuurverbranding en waardoor “ketonen” ontstaan. Het lichaam kan dan ketonen in plaats van glucose als brandstof gebruiken.’ Het Cambridge Weigt Plan, ookwel het 1:1 dieet genoemd, gaat uit van 7 stappen. Het VLCD is de eerste stap van het dieet. De volgende fase is een geleidelijke herintroductie van reguliere voedingsmiddelen. Binnen het plan wordt gebruik gemaakt van maaltijdvervangende producten en onder begeleiding van een consulent wordt gewerkt naar een gezond voedingspatroon.
Hoewel Cambridge Weight Plan in het Verenigd Koninkrijk ontstaan is, begeleiden inmiddels 444 consultpraktijken in Nederland mensen naar een gezond voedingspatroon. Daarnaast staan er 40 mensen bij Cambridge Weight Plan in Nederland op de loonlijst. Van Delft: ‘Het bedrijf werd in 1997 door Martin Barrett naar Nederland gebracht. Barrett was te zwaar en groot fan van de Cambridge producten. Met zijn partner Patricia McGraw maakte hij het bedrijf groot door de distributie goed op te zetten. Ondanks dat de organisatie in Nederland goed staat, blijft het een uitdaging. We zijn een bijzondere categorie en een niche vergeleken met de enorme levensmiddelenindustrie. Mensen kijken vaak met argusogen naar onze producten. Zij zien het als een “crashdieet” en zelfs als onveilig.’
De veiligheid van de producten is van groot belang. Van Delft: ‘Ik ben vaak naar Brussel gereden om te praten over de wettelijke eisen voor de samenstelling. We hebben te maken met warenwettelijke eisen over bijvoorbeeld de minimale hoeveelheid energie die in onze producten moet zitten. Daarover doet de Europese Commissie sinds 2012 uitspraken. Veiligheid van de producten staat voor ons voorop.”
Dat VNFKD leden op de hoogte houdt van alle ontwikkelingen op wetgevingsgebied vindt Van Delft prettig. ‘Maar er zijn meer voordelen van een aansluiting bij een branchevereniging. Het zorgt er bijvoorbeeld dat je serieus wordt genomen en je neemt als bedrijf je verantwoordelijkheid. Bovendien is de VNFKD een essentiële ingang naar de overheid en naar Europa. Die ingang naar Europa is belangrijk voor ons. Een lidmaatschap van de VNFKD betekent dat wij ook deelnemen aan de SNE:
Specialised Nutrition Europe. SNE vertegenwoordigt de belangen van de gespecialiseerde voedingsindustrie in heel Europa. Wij zijn aangesloten bij de productgroep “slimming” waar veel meer internationale bedrijven bij aangesloten zijn. En dat is natuurlijk heel interessant voor ons, omdat we zien dat Europese wetgeving steeds verder uniformeert. Door bij het uitbrengen van adviezen – en ook tijdens gesprekken – meer diverse culturen en verschillende politieke stromingen uit diverse landen mee te nemen, bereiken we betere en meer passende uitgangspunten voor nieuwe Europese wet- en regelgeving.’
Van Delft heeft een wens: ‘Wij blijven natuurlijk een kleine tak vergeleken met babyvoeding en de medische voeding. VNFKD heeft voor de verschillende takken nu aparte werkgroepen, maar misschien wordt de “D” nog weleens een zelfstandige tak. Ik zou het alleen maar toejuichen, als er dan veel bedrijven lid worden. Cambridge vertegenwoordigt in ieder geval met trots de “D” uit VNFKD.’
