De naam Picomel is samengesteld uit twee woorden. “Pico” betekent klein en “mel” is afkomstig van melk. Picomel betekent dus melk voor de kleintjes. Maar volgens Verhage is “pico” op meer van toepassing: ‘We hebben een klein vakkundig team, onze fabriek – bestaande uit meerdere gebouwen onder één dak – is klein, de productielijnen zijn kort/klein en we hebben een kleine footprint.’
Verhage vertelt dat ook de machines die de zuigelingenvoeding produceren klein zijn. Omgerekend zijn ze een factor 5 kleiner dan “gangbare” machines. De machines ontwikkelde Picomel zelf. ‘En het bijzondere is, ze zijn modulair’, zegt Verhage. ‘Vergelijk het met een auto die een achterbank heeft, maar waar je een extra achterbank in kunt plaatsen en daarna zelfs nog een achterbank aan kunt bouwen tot je uiteindelijk een bus hebt. Wij kunnen aan onze machines modules koppelen om de capaciteit te vergroten. Die modules zijn “pico”, met hun 40 bij 90 cm en 2 tot 2,5 meter hoogte, waardoor we in eenzelfde ruimte heel eenvoudig een lijn kunnen verlengen. Dat maakt ons heel flexibel, want in een dag zit een extra module er al aan. En daarnaast kunnen we met letterlijk één druk op de knop modules stilzetten als er iets mis is en kan de rest van de productie toch verder. Dat scheelt tijd en geld.’ Doordat alles geautomatiseerd is en zelf ontwikkeld, werken er maar twee, hooguit drie mensen per shift aan de productielijn. Totaal zijn er 15 mensen in dienst bij Picomel, verdeeld over 12 fte. Verhage vertelt dat iedere werknemer twee functies kan bekleden waardoor er bij ziekte geen problemen ontstaan in de planning van het personeel.
Ook het vloeroppervlak is klein bij Picomel, niet alleen door de modulaire machines, ook doordat het gebouw zo’n 18 meter de hoogte in gaat. Verhage: ‘De fabriek is hoog, zodat de productie van het poeder niet pneumatisch hoeft, maar via zwaartekracht gebeurt. Dit zorgt voor een betere structuur van de melkpoeders waardoor het poeder beter oplosbaar is. Ook ontstaat tijdens de productie minder stof. Gebruik maken van zwaartekracht resulteert ook in een veilige en stille productie, want er zijn minder machines nodig, en het draagt bij aan onze duurzaamheid. Picomel heeft als eerste een “BREEAM-NL Excellent’ certificering ontvangen en de nieuwste aanbouw waarin een volledig allergenen vrije lijn is gerealiseerd heeft een “outstanding” beoordeling.’ De naam BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. BREEAM-NL beoordeelt de duurzaamheidsprestatie van gebouwen op de aspecten locatie, gebouw en proces. Produceren dus met een minimale impact op het milieu. ‘Dat betekent onder andere dat we aandacht hebben voor ons energieverbruik, gebruik maken van de zwaartekracht draagt daar aan bij’, aldus Verhage. ‘Voor het gecontroleerd verpakken van de babyvoeding wordt gebruik gemaakt van stikstof. We gebruiken daarvoor een persluchtinstallatie en een eigen stikstofgenerator waardoor er voor de levering van stikstof geen vrachtwagens nodig zijn. De warmte die ontstaat bij de stikstofgeneratie gebruiken wij als verwarming én koeling voor het kantoorgedeelte en het magazijn.’ Verhage heeft bij de bouw geïnvesteerd om energieneutraal te zijn. ‘Er liggen zonnepanelen op het dak, het gebouw is perfect geïsoleerd, we hebben een windmolen gecontracteerd bij een boer hier verderop, op en rond de fabriek staan bijenhotels, zwaluwkasten en bloemen en eigenlijk is er geen afval dat niet weggewerkt of verbruikt wordt, behalve de prullenbak op kantoor. Wat is er nu mooier dan babyvoeding die op een maximaal duurzame manier tot stand is gekomen.’
Picomel produceert voor enkele bedrijven die bij VNFKD zijn aangesloten. ‘Het zou gek zijn als we als producent dan niet aangesloten zouden zijn bij de brancheorganisatie’, zegt Verhage. ‘Er is altijd overleg over de wetgeving rond zuigelingen- en dieetvoeding. Momenteel staat bijvoorbeeld het onderwerp plantaardig centraal. Nu is het alleen toegestaan om volledig plantaardige zuigelingenvoeding van soja op de markt te brengen. Gebruik van andere plantaardige bronnen voor zuigelingenvoeding is op grond van de huidige wetgeving niet toegestaan. Er moet iemand zijn die kenbaar kan maken dat er nieuwe ontwikkelingen zijn en dat de regelgeving aangepast moet worden. Maar wij zijn als klein bedrijfje niet in de positie om daar zelf het voortouw in te nemen en dan is het prettig dat dit via de VNFKD gebeurt. Binnen VNFKD zijn er andere bedrijven die veel meer menskracht in huis hebben om op wetenschappelijk gebied alles bij te houden en daar varen wij op mee. En wat wij aan de productiekant doen is weer interessant voor anderen en dat laten we ze graag in onze fabriek zien.’
